Omgevingsvergunning van rechtswege voor kinderdagverblijf. Gemengde en maatschappelijke doeleinden. Letterlijke uitleg planregels.
AB Rechtspraak Bestuursrecht, AB 2021/247, afl. 31 – 2021, mr. T. Groot
Download de publicatie: AB 2021/247
AB Rechtspraak Bestuursrecht, AB 2021/247, afl. 31 – 2021, mr. T. Groot
Download de publicatie: AB 2021/247
Cliënt: Jan Balk, melkveehouder in Purmer.
Jaren: 2008 tot en met 2020.
Dossier: de bestuursrechtelijke procedures om zes windmolens geplaatst te krijgen.
Het leek zo’n goed idee: zes windmolens in de weilanden waar zijn koeien grazen. Door de onduidelijke, vertragende en later zelfs tegenwerkende opstelling van de gemeente Waterland is het er nooit van gekomen. Samen met Michiel van Driel van STIJL Advocaten kijkt agrariër Jan Balk terug op een project dat meer energie kostte dan het opleverde.
Jan Balk lijkt een vijftiger, maar blijkt al tegen de zeventig te lopen. De juridische uitputtingsslag die twaalf jaar duurde is hem niet aan te zien. STIJL-advocaat Michiel van Driel behartigde de belangen van de melkveehouder uit Purmer. Vorig jaar, in 2020, werd het dossier definitief gesloten. Voor het eerst ontmoeten Jan en Michiel elkaar op een andere plek dan in een kantoor of een gerechtsgebouw. Het interview vindt plaats op de boerderij van Jan. De twee mannen zitten aan de keukentafel. Het raam kijkt uit op de weilanden. Op dit stuk vlakke land, nabij de Gouwzee, heeft de wind vrij spel. Een prachtplek voor de molens die de melkveehouder hier met buren en met de bevlogen journalist Frans Janse wilde plaatsen. Het bleef bij luchtspiegelingen. Jan lijkt op het eerste gezicht rustig en gelaten. Hij neemt een slok van zijn koffie, zegt dan: “Het was een slopende tijd. Door deze slepende zaak is het er nooit van gekomen om de boerderij te moderniseren. Ik had dat willen doen met de opbrengsten van de windmolens. Nu is het te laat om nog te verbouwen. Ik krijg geen geld meer van de bank om te investeren. Iemand van mijn leeftijd, ze lachen me uit. Zuur? Ach, het is niet anders.”
Daarom STIJL: respect afdwingen en een doorbraak forceren
Al in 1997 ontstond bij Jan en zijn buren het idee voor de windmolens. Hij vertelt: “Door Frans Janse, die helemaal in de groene energie zat en al een windmolenproject in Berkhout begeleidde. Er was in die tijd sociaal draagvlak voor windmolens. Ook bij de politiek in de gemeente Waterland. Het bestemmingsplan dat ons project in principe mogelijk zou maken, dateerde al uit 1998. Maar de gemeente kwam maar niet met een definitief besluit. De buren haakten in 2000 af, ze vonden het te lang duren en verkochten hun land aan projectontwikkelaars. Frans en ik gingen door en riepen een paar keer de hulp van de Ombudsman in. We kregen twee keer gelijk maar het zette verder weinig zoden aan de dijk. De volgende stap was een advocaat. We hoopten dat we door het inschakelen van een juridisch expert de gemeente Waterland eindelijk zover zouden krijgen om ‘ja’ of ‘nee’ tegen de windmolens te zeggen.”
Michiel sloot zich in 2008 aan bij STIJL Advocaten. Hij vertelt: “Jan was één van de eerste cliënten die ik bij STIJL bediende. Al tien jaar had Jan van de gemeente gehoord dat deze beginselbereid was om windmolens te plaatsen op zijn percelen. De gemeente had daartoe een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan opgenomen. De ‘A’ was gezegd, maar de ‘B’ kwam maar niet.”
De rol van STIJL: flink trekken aan een slepende zaak
Michiel vond het een boeiende zaak, waar hij graag zijn tanden in zette. “Ook al weet je bij dit soort zaken nooit waar het schip strandt. Besluitvorming in het kader van de ruimtelijke ordening is nu eenmaal een politiek-bestuurlijk – en dus in hoge mate onvoorspelbaar – proces, terwijl de regelgeving en het beleid voortdurend aan verandering onderhevig is. Dit op zowel gemeentelijk als provinciaal niveau, en zeker waar het windturbines betreft. Maar bij STIJL lopen wij niet weg voor moeilijke of lastige dossiers. Integendeel, wij zien er juist een uitdaging in om deze waar mogelijk om te buigen tot een winning case of er anders toch nog zoveel mogelijk uit te halen voor de cliënt. Jan Balk beschikte na al die jaren over een dik dossier. Het wachten was op een formeel besluit door de gemeenteraad. Toen het echter bijna zover was, vertrok de gemeentelijke jurist. Dat patroon bleef zich herhalen, drie of vier keer werd een persoon die helemaal in het dossier zat, vervangen door een andere medewerker. Vanaf 2009 ben ik er flink aan gaan trekken.”
Onderweg met STIJL: van bestuursrechtelijk naar civiel
Michiel vervolgt: “Na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2010 kwam er een nieuw coalitieakkoord. Daarin stond dat er in Waterland geen windmolen meer bij mocht komen. Wat volgde waren jarenlange bestuursrechtelijke procedures. Tot drie keer toe gingen we naar de Raad van State om de gemeente Waterland zover te krijgen een wijzigingsplan vast te stellen. Telkens werden de weigeringsbesluiten door de Raad van State vernietigd en kreeg Jan Balk dus gelijk. De Raad van State verwees de zaak telkens terug naar de gemeente, maar die bleef vanwege het coalitieakkoord voet bij stuk houden. Na de derde uitspraak veranderde de gemeente de spelregels, door in een nieuw bestemmingsplan de wijzigingsbevoegdheid te schrappen. Hierdoor was de gemeenteraad niet langer bevoegd een wijzigingsplan voor de windmolens vast te stellen. Ook de provincie had ondertussen zijn verordening aangepast. Het zat er dus niet meer in om de windmolens vergund te krijgen. We hebben toen het accent van de zaak op financiële genoegdoening gelegd.”
Resultaat met STIJL: vergoeding van gemaakte kosten
Jan: “Frans heeft dit allemaal niet meer meegemaakt, hij overleed in 2013. Vanaf dat moment werkte ik nauw met Michiel samen. Het contact en de steun waren geweldig. Ik voelde me begrepen door hem, het voelde vertrouwd. Als we naar de rechtbank gingen had hij alles tot in de puntjes verzorgd.” De nuchtere Noord-Hollander laat iets meer van zijn emotie zien. “Maar het blijft knagen. Er zijn nu plannen om de molens in het windpark op de dijk bij Marken te gaan uitbreiden. Dat steekt, omdat ze er bij mij in Purmer nooit zijn gekomen.”
Michiel: “Ik begrijp je gevoel van frustratie, Jan.”
Michiel besluit: “Dit dossier zal me altijd bijblijven. Alleen al vanwege de langdurigheid ervan. Maar ook omdat deze zaak blootlegt dat het bestuursrecht ergens tekortschiet. Jan kreeg herhaaldelijk gelijk van de hoogste bestuursrechter, maar uiteindelijk leverde dat geen vergunning op. Wat restte was een financiële compensatie. Daar hebben we Jan zo goed als mogelijk mee geholpen. Maar het is natuurlijk begrijpelijk dat hij liever zijn windmolens had gehad.”
Tekst: Iris Stam
Beeld windmolens: Shutterstock
Foto Michiel van Driel: Bettina Traas
Wie: Hugo Priemus heeft een lange staat van dienst op het gebied van volkshuisvesting en infrastructuur, als bouwkundig ingenieur (TUD), algemeen econoom (EUR) en hoogleraar aan de TU Delft.
Actiegroepen demonstreren deze weken tegen het Nederlandse woonbeleid. Vorige week gingen in Groningen dakloze studenten de straat op. Op 12 september vond het ‘Woonprotest’ plaats in Amsterdam, op 23 oktober volgt een ‘Woonopstand’ in Rotterdam. Meer dan honderd belangenorganisaties en politieke afdelingen steunen de protesten en demonstreren mee. De beweging ‘Woonprotest’ spreekt over een kolossale wooncrisis. Emeritus hoogleraar Hugo Priemus kan de crisis beamen: “In Nederland is ongeveer alles mis met het woonbeleid.”
Wonen wordt voor steeds meer mensen moeilijker te betalen: de prijzen van koophuizen schieten omhoog tot in het absurde. Voor huurwoningen zijn er jarenlange wachtlijsten. Hugo Priemus: “In 1945 was er een tekort aan 250.000 woningen, dat vonden we bijzonder. Anno 2021 is er een tekort aan 330.000 woningen. Dat is een ongekend tekort.” Hij noemt de grootste kwalen van het huidige woonbeleid: “De lage rente – waardoor prijzen en huren exploderen -, de verhuurderheffing waardoor woningcorporaties veel meer betalen aan het Rijk dan zij ontvangen, het ontbrekende Ruimtelijke Ordeningsbeleid en het gemankeerde grondbeleid en de stikstofproblematiek die de bouw gijzelen. Het hele systeem is ineffectief en de overheid laat veel liggen: dat moet een goudmijn voor juristen zijn.”
Wat Priemus betreft, ligt er een belangrijke taak voor het nieuwe kabinet: “De verhuurderheffing zou moeten worden afgeschaft zodat de woningcorporaties met dat geld betaalbaar kunnen bouwen. En ik pleit ervoor dat grondbeleid en ruimtelijke ordening terug op de nationale beleidsagenda komen.”
Voor de emeritus hoogleraar staan beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen bovenaan de agenda. “In talkshows horen we zo ongeveer dagelijks discussies over waar gebouwd zou moeten worden. De een zegt: ‘In de stad, dan pleeg je minder aanslag op de natuur’. De ander is van mening dat je juist de weilanden moet benutten. Ik bepleit zelf al langer het patroon van een netwerkstad. Stedelijke netwerken waarin woon- en werkgebieden aansluiten op goede infrastructuren. Ik voorzie ook dat deze netwerksteden de ruimtelijke ontwikkeling zullen bepalen. Maar dan moet het beleid op het gebied van ruimtelijke ordening wel sterk zijn. Dat doe je door de woningvraag te bepalen. Je zou per regio een kaart moeten maken waarin je aangeeft waar je woningen en bedrijven zou kunnen toevoegen en hoe je deze kan verbinden met verschillende infrastructuren: water, groen, wegen, OV-lijnen, ICT, warmtenetten, energie en riolering. Deze opdracht wil ik de nieuwe minister van VROM graag meegeven.”
Tekst: Maaike Staffhorst
Foto: Jaap Oldenkamp
Wie: Kelly Hooijschuur
Functie: secretaresse
Werkt bij STIJL Advocaten sinds: april 2016
STIJL in drie woorden: open, warm en oplossingsgericht
In elke nieuwsbrief interviewen we een collega over werken bij STIJL. Dit keer vertelt Kelly Hooijschuur over haar afwisselende baan die haar veel voldoening geeft. “Soms hebben we wel vier of vijf processtukken op een dag. Dan is het een uitdaging om alles goed te plannen.”
Waarom STIJL?
“Mijn vorige baan was bij een accountantskantoor met 1.500 mensen. Het werk werd steeds onpersoonlijker, vooral door de digitalisering. Ik wilde graag bij een kleiner kantoor aan de slag. Al bij het sollicitatiegesprek bij STIJL proefde ik een open, persoonlijke sfeer. Het voelde als een warm bad. En zo ervaar ik het na vijf jaar nog steeds. Ik ben bij STIJL geen nummer, maar een persoon. Niet ‘gewoon de secretaresse’, maar onderdeel van het team. Mijn baan als ondersteuner van de advocaten is afwisselend. Ik doe bestellingen voor kantoor, beheer de agenda’s, maak processtukken, zorg ervoor dat een dossier helemaal op orde is voordat de zaak start, zet de gegevens van nieuwe cliënten in het systeem. Dit alles doe ik met mijn collega Maria Jager.”
Onderweg met STIJL
“In de juridische wereld was ik nog niet zo thuis. Via STIJL heb ik een aantal cursussen mogen volgen, ik heb mezelf enorm ontwikkeld. Ik weet nu veel meer van alle rechtsgebieden. Ook heb ik in de praktijk veel geleerd. Ik denk dat anderen mij zien als een teamspeler. Als een collega die prettig in de omgang is, accuraat is en een groot verantwoordelijkheidsgevoel heeft. Ik krijg een steeds uitgebreider pakket. Dat geeft veel voldoening. Heerlijk ook om na een drukke dag te denken: yes, alles is afgerond, we hebben het weer voor elkaar! Maria, die drie maanden voor mij in dienst kwam, is een fijne collega, we zijn helemaal op elkaar ingespeeld. Samen zijn we een geoliede machine.”
Resultaat met STIJL
“Soms hebben we wel vier of vijf processtukken op een dag. Dan is het een uitdaging om alles goed te plannen. En hopen dat er niets tegenzit. De korte lijnen en de oplossingsgerichtheid maken het werken bij STIJL erg prettig. Door de groei van de zaken kregen wij het steeds drukker. Meteen werd het uitzendbureau ingeschakeld. Sinds kort staat onze nieuwe collega Rowena ons terzijde. Daar zijn we erg blij mee.”
Tekst: Iris Stam
Foto: Bettina Traas
Rechtspraak Notariaat, RN 2021/83, september 2021, mr. V.J.N. van Oijen
Download de publicatie: Belangenverstrengeling. Ne bis in idem. Verzet.
AB Rechtspraak Bestuursrecht, AB 2021/246, afl. 31 – 2021, mr. T. Groot en prof. mr. dr. L.J.A. Damen
AB Rechtspraak Bestuursrecht, AB 2021/244, afl. 31 – 2021, mr. T. Groot
Download de publicatie: AB 2021/244
Wie: Laurens van Til
Functie: advocaat
Werkt bij STIJL Advocaten sinds: 1 april 2021
STIJL in drie woorden: professioneel, sympathiek en betrokken
In elke nieuwsbrief vertelt een STIJL-medewerker over zijn of haar baan. In deze tweede nieuwsbrief is de beurt aan Laurens van Til. Hij trad in dienst toen er door de Corona-regels nog niet op kantoor gewerkt kon worden. “Ik heb op afstand kennis gemaakt. Ondanks dat voelde het als een warm welkom.”
Had je al eens van STIJL gehoord?
“Ja, ik kende het kantoor. Een studievriend heeft hier vier jaar geleden gesolliciteerd. Hij is uiteindelijk niet bij STIJL komen werken. Maar hij was erg te spreken over hoe het was gegaan. Dat is me altijd bijgebleven.”
Waarom STIJL?
“Bij het vorige kantoor waar ik werkte had ik uitsluitend een procespraktijk. Ik zat hoofdzakelijk in de conflictsituaties. Op een gegeven moment werd ik daar wel een beetje moe van. Ik vind gewone gerechtelijke procedures vrij inefficiënt. Log, ze duren lang, ze zijn kostbaar. Ik had de behoefte om meer de advieskant op te gaan. Een recruiter bracht me in contact met Taco en Truke. Zij gaven aan dat het bij STIJL mogelijk is om me op het gebied van advisering en aanbestedingsrecht te ontwikkelen. Een mooie kans. Het interessante van adviseren, vind ik, is dat je procedures voorkomt. Adviseren kan heel snel, je kunt het beste resultaat behalen in een korte tijd. Preventie dus, in plaats van achter de feiten aanlopen.”
Onderweg met STIJL
“Ik werk hier sinds begin april, dus ik ben nog maar net van start gegaan. Ik heb in die tijd met name cliënten in huurzaken bijgestaan. Ze geadviseerd in hoe ze het beste iets kunnen aanvliegen. Waar ik in hoop te groeien – met hulp van Truke en Taco – is in het opstellen van contracten.”
Resultaat met STIJL
“Werken bij STIJL levert mij een prettiger balans tussen werk en privé op. Mijn vorige kantoor zat in Alkmaar. Nu woon ik om de hoek, ik hoef maar vijf minuten te fietsen. Deze baan brengt mij ook meer rust omdat ik minder hoef te procederen. Een bestaan in de advocatuur blijft druk hoor. Maar over het algemeen geeft mijn baan bij STIJL me meer levensvreugde.”
Tekst: Iris Stam
Wie: Vincent Gruis, hoogleraar Housing Management TU Delft en voorzitter Transitieteam Circulaire Bouweconomie
Op de vraag hoe Nederland er over vijftien jaar uitziet op het gebied van woningbouw kan Vincent Gruis duidelijk zijn: “Over 15 jaar zal de woningvoorraad er grotendeels hetzelfde uitzien. Het vastgoed van de toekomst staat er al. Wat wel verschil gaat maken is hoe we bouwen en renoveren.”
De woningbehoefte is groot. Om aan de vraag te voldoen moeten er een miljoen woningen bij de komende vijftien jaar. “Of dat aantal gehaald gaat worden is de vraag, maar we zullen verdichting in de steden krijgen door de toevoeging van hoogbouw en daarnaast verrast worden door nieuwe slimme concepten voor gezinswoningbouw”, voorspelt Vincent Gruis.
Hij verwacht dat een flink deel van de woningen industrieel gebouwd gaat worden. Huizen die bestaan uit elementen die in de fabriek in elkaar worden gezet en op de bouwplaats gemonteerd. “Snel en efficiënt, bovendien ben je zo minder afhankelijk van de schaarse arbeidskrachten. Alleen dat al maakt industrieel bouwen noodzakelijk en dat zie je ook op het netvlies van de bouwsector staan. Waarom zou je nog steen voor steen opstapelen?”
Naast het streven naar ‘snelheid door prefabricatie’ en energiezuinigheid is er volgens de hoogleraar steeds meer aandacht voor circulariteit. “Het efficiënter omgaan met grondstoffen staat hoog op de agenda. Dus willen we woningen die demonteerbaar zijn. Onderdelen die over vijftig jaar niet meer nodig zijn moeten eruit gehaald kunnen worden en hergebruikt voor iets anders. We willen dat alles zo lang mogelijk herbruikbaar is. Stel je bouwt nu woningen bij in een middelgrote stad. Als het over vijftig jaar niet meer wenselijk is om hier te wonen, kun je die woningen verplaatsen naar een regio die wel in trek is. Industrieel bouwen en het demontabel maken van woningen gaat goed. De wens is om 25% procent van de woningbouw op deze manier te vervaardigen.”
Gaan we nog verschil zien in hoe die woningen er aan de buitenkant uitzien? Gruis denkt van wel. “Vanwege het streven naar circulariteit is er een sterke drang naar het gebruik van bio-based materialen, zoals hout. Als je nieuwe bomen blijft planten kun je redelijk milieuvriendelijk bouwen. Hout gaat ook goed samen met industriële vervaardiging: hout is makkelijk te monteren en te vervoeren en kan nog lager in prijsniveau zijn ook, afhankelijk van de manier van bouwen.”
In 2050 moet de hele economie circulair zijn. Gaan we dat halen? Gruis: “Vanuit Europa komt daar steeds meer beleid voor. We moeten kijken wat voor typen normen de markt echt helpen. Marktpartijen willen wel aan de gang met circulariteit maar hebben streefnormen nodig; die komen uit de overheid. Vanuit het Transitieteam Circulaire Bouweconomie denken wij dat we ver komen als we de normen Milieu Kosten Indicator (MKI) en de Milieu Prestatie Gebouwen (MPG) aanpassen. De methoden zijn voor beide instrumenten hetzelfde: het gaat over milieubelasting over de hele levensduur. De visie van het transitieteam is dat het goed zou zijn als rond 2030 voor alle bouwactiviteiten een maximum MKI wordt vastgesteld. De Rijksoverheid is ook beleid aan het ontwikkelen voor de normstelling. Het vergt veel van ambtenaren en experts om dat voor te bereiden want er moet goed worden gekeken naar welke aanpassingen en indicatoren nodig zijn om aan de ambitie te kunnen voldoen. Vanuit mijn rol in de bouwwereld denk ik dat dit een heel belangrijk thema is voor de nieuwe regering.”
Tekst: Maaike Staffhorst
Cliënt: Martijn Hunfeld, bedrijfsjurist van Multi
Start samenwerking Multi en STIJL Advocaten: 2006
Uitgelichte zaak: de projectontwikkeling van Kamperpoort in Zwolle vanaf 2011
Martijn Hunfeld is bedrijfsjurist bij Multi, een organisatie die zich tegenwoordig vooral richt op het beheer van winkelvastgoed in Europa. De samenwerking met STIJL dateert uit de tijd dat Multi meer de focus op projectontwikkeling had. In deze nieuwsbrief zetten Truke den Uyl-Slagter en Martijn Hunfeld de spotlight op Kamperpoort, een gebied aan de centrumrand van Zwolle, waar kort na de vastgoedcrisis een Pathé-bioscoop, woningen, winkels en een parkeergarage werden gerealiseerd.
Martijn Hunfeld
Martijn Hunfeld werkt al dertien jaar voor Multi. Door die lange arbeidsgeschiedenis noemt hij zichzelf wel eens grappend ‘een dinosauriër’. “Ik heb veel gedaan en meegemaakt bij Multi. Door verandering van eigenaar is de organisatie de laatste jaren van kleur veranderd. De focus is nu meer op asset management komen te liggen, in ons geval het beheer van winkelvastgoed in Europa. Aan projectontwikkeling doen we nu minder. Maar dat kan natuurlijk altijd weer veranderen.”
Met veel plezier kijkt de bedrijfsjurist terug op de zinderende tijd van de projectontwikkeling. “Het was ontzettend leuk om omringd te zijn door talent, om samen met jonge en commercieel ingestelde collega’s aan mooie zaken te werken. Dat gaf een bepaalde energie en dynamiek.”
Daarom STIJL: hands on en gunstig geprijsd
Truke den Uyl-Slagter herkent die ‘vibe’. “Wij zijn in 2006 begonnen met STIJL. Via ons persoonlijke netwerk hadden wij goede contacten bij Multi. Zowel jullie als wij waren geestdriftige cowboys die doelgericht te werk wilden gaan en snel wilden schakelen. Doordat STIJL een klein kantoor was, konden we bij nieuwe projecten van Multi in de regel meteen inspringen.”
Martijn: “Toen ik in 2008 in dienst kwam bij Multi waren jullie al aan boord. Mijn contact met jou en met de andere partners van STIJL was meteen heel prettig. De praktische aanpak en het gedegen advies maakten het samenwerken plezierig. Een andere belangrijke reden was de gunstige prijs. Wat niet ten koste ging van de kwaliteit. Jullie boden hetzelfde serviceniveau als een groot kantoor, maar dan voor een aanmerkelijk lager tarief.”
De rol van STIJL: zorgen voor comfort in crisistijd
Multi en STIJL trokken op bij vele projecten. Zoals in 2011, bij de ontwikkeling van Kamperpoort, een gebied aan de centrumrand van Zwolle met sociale huurwoningen, winkels, parkeergarage en een bioscoop. Truke stelde de samenwerkingsovereenkomsten op tussen de gemeente, woningcoöperatie Delta Wonen en Multi en de koopovereenkomsten met de gemeente, Delta Wonen en Pathé.
Martijn: “Kamperpoort was aanvankelijk groter bedacht, maar door de crisis moesten we rationaliseren. Het was een moeilijke periode om iets van de grond te krijgen. Het financierings- en zekerhedenvraagstuk speelde.”
Truke: “We hadden minder te willen.”
Martijn: “Om überhaupt iets van de grond te krijgen waren we toegeeflijker in het tegemoetkomen aan eisen. Zoals de bouw van sociale huurwoningen met een flinterdunne marge. Een noodzakelijk kwaad. Als ontwikkelaar verdienen we ons geld liever met retail.”
Truke: “Het was de uitdaging om toch zoveel mogelijk een comfortabele positie in te bouwen. Zodat je niet helemaal in een wurggreep zat.”
Onderweg met STIJL: begrip creëren en zaken bespoedigen
Buikpijnmomenten hebben Martijn en Truke gedurende het traject nooit gehad. Truke: “Er werd stevig onderhandeld. Want natuurlijk probeerde de ene partij zoveel mogelijk risico’s bij de andere partij neer te leggen. Maar de onderlinge verhoudingen waren goed. Iedereen had begrip voor elkaars positie en gaf de ruimte om met inhoudelijke argumenten de standpunten toe te lichten. Dan maak je een fijner contract. Bij sommige gemeenten is dat wel eens anders, die kunnen zich minder verplaatsen in een projectontwikkelaar. En denken: je mag blij zijn met alles wat je krijgt.”
Martijn: “Het contact met de gemeente Zwolle is inderdaad relatief soepel verlopen. Soms moesten we veel druk uitoefenen om zaken te bespoedigen. Zoals de aanleg van openbaar gebied, parkeerplaatsen en opstelplaatsen voor winkelwagens. Dat moest overeenkomen met onze bouwplanning, omdat we anders, bij het te laat opleveren van het vastgoed, een boete van de belegger zouden krijgen.”
Resultaat met STIJL: succesvolle realisatie van Kamperpoort
Uiteindelijk werden alle deadlines gehaald. Martijn lacht: “Als ontwikkelaar ben je eigenlijk niets anders dan een procesmanager. Dat is soms spannend, maar ook leuk. Beleggers stellen vaak hoge eisen. Dan moet je van goeden huize komen om dat te kunnen waarmaken. Dat is gelukt, het project is in 2016 één keer opgeleverd, zonder mankementen.”
Truke: “Kamperpoort is een prachtige plek in Zwolle waar op duurzame wijze is gebouwd. De combinatie met winkels en de bioscoop maakt het echt heel gaaf.”
Martijn: “Het is een aanwinst voor de stad. Precies wat alle partijen voor ogen hadden. Dat is de verdienste van de mensen die het ontworpen en gebouwd hebben. Maar de contracten droegen ook bij aan een succesvolle realisatie.”
Truke: “Als alles goed is dichtgetimmerd heb je een contract naderhand niet nodig. De beste contracten verdwijnen in de lade!”
Tekst: Iris Stam