Huurbeëindigingsgrond ‘dringend eigen gebruik’ bij winkelbedrijfsruimte
In een uitspraak van 24 september jl. (ECLI:NL:GARL:2013:7058) heeft het gerechtshof Arnhem/Leeuwarden de huurbeëindigingsgrond ‘dringend eigen gebruik’ bij winkelbedrijfsruimte weer wat verder opgerekt.
We wisten al dat aannemelijk gemaakte bedrijfseconomische redenen voldoende waren om van dringend eigen gebruik te spreken, we wisten al dat persoonlijk eigen gebruik ruim wordt uitgelegd, we wisten al dat het gebruik niet langer gebruik als winkelbedrijfsruimte behoefde te zijn (maar bv. ook gebruik als woning of andere bedrijfsfruimte), we wisten al dat je alleen aan het eind van de eerste periode (doorgaans vijf jaar) als nieuwe eigenaar een wachttijd in acht hebt te nemen van drie jaar na kennisgeving eigendomsoverdracht en we wisten ook al dat renovatie die niet zonder beëindiging van de huurovereenkomst kan plaatsvinden altijd als dringend eigen gebruik kwalificeert.