Over Tristan Naber

Deze auteur heeft nog geen informatie verstrekt.
So far Tristan Naber has created 413 blog entries.

Horecazaak hoeft maar helft huur te betalen tijdens lockdown

De rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2021:461) heeft bepaald dat twee Haagse cafébazen een forse huurkorting van 50% krijgen gedurende de periode dat horecaondernemingen hun deuren vanwege de coronacrisis verplicht moe(s)ten sluiten. Volgens de rechtbank hebben de coronacrisis en de getroffen overheidsmaatregelen geleid tot een fundamentele verstoring van het evenwicht in de huurovereenkomst. Oftewel; er is sprake van een onvoorziene omstandigheid. Huurder en verhuurder moeten daarom de pijn eerlijk verdelen. In dit geval betekent dat dat de cafébazen 50% van de huur moeten betalen tijdens een periode van gedwongen sluiting en een huurkorting van 25% krijgen tijdens de weken waarin het restaurant om 22.00 uur dicht moest.

Er zijn al vaker kort geding uitspraken gedaan in dit soort (corona)zaken, maar dit is de eerste keer dat de rechter definitief uitspraak doet over huurkorting vanwege corona in een bodemprocedure. Met deze uitspraak van de bodemrechter wordt het ook voor andere huurders, waaronder naast caféeigenaren ook restauranthouders en winkeliers, makkelijker om huurkorting bij verhuurder af te dwingen. De uitkomst van een verzoek om korting zal niet altijd resulteren in een huurkorting van 50%. Per huurder zal worden gekeken naar de specifieke omstandigheden van het geval, met name de financiële situatie van huurder. Het is aan huurder om inzicht te verschaffen in haar financiële situatie en de omzetdaling als gevolg van de coronamaatregelen aan te tonen. Daarbij is (onder meer) van belang of en hoeveel overheidssteun huurder heeft ontvangen en hoeveel omzet er nog wordt gegenereerd via bijvoorbeeld take away of online verkoop. Op basis daarvan kan de pijn tussen huurder en verhuurder worden verdeeld in de vorm van een percentage aan huurprijskorting.

Het is verder belangrijk om onderscheid te maken tussen huurders die verplicht dicht moeten van de overheid en huurders die dat niet moeten. Dat neemt niet weg dat deze uitspraak in het algemeen de positie zal versterkt van horecaondernemers, maar ook van andere huurders zoals bijvoorbeeld winkeliers, in de onderhandelingen met verhuurder over een huurkorting.

Voor vragen, opmerkingen of meer informatie kunt u contact opnemen met mr. L. Kruitwagen. Klik hier voor de gepubliceerde uitspaak op www.rechtspraak.nl.

Hoewel deze publicatie met grote zorgvuldigheid is samengesteld aanvaardt Stijl B.V. geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene kennisname en kan niet worden beschouwd als advies.

2021-08-03T11:39:19+02:00

Afgeleid belang. Aan­deel­hou­der van zonneparken niet rechtstreeks in haar vermogen geraakt door afwijzing van subsidieaanvragen. Geen belanghebbende.

Alleen een belanghebbende kan beroep instellen bij de bestuursrechter. Degene met slechts een afgeleid belang kan dat niet. Het is dus van groot belang dat de juiste partij bezwaar maakt tegen een besluit. In een zaak die heeft geleid tot de uitspraak van het CBb van 29 oktober 2019 ging dit mis. Een aandeelhouder die namens een aantal zonneparken een subsidie had aangevraagd, had volgens het CBb slechts een van het belang van die zonneparken afgeleid belang. Hij kon daarom tegen de afwijzing van de subsidie geen beroep instellen. De zonneparken zelf hadden geen rechtsmiddelen ingesteld. Dit betekent dat de afwijzing van de subsidieaanvraag in rechte is komen vast te staan en daar niks meer tegen in te brengen valt. Een harde les voor de zonneparken. In deze bijdrage gaat Jaap Wieland nader in op deze uitspraak: AB 2021 7.

2021-01-18T10:42:45+01:00

Het belang van dossieropbouw en het beroep op vertrouwensbeginsel

Uit verschillende uitspraken van de Raad van State van dit jaar blijkt dat een beroep op het vertrouwensbeginsel geen sinecure is. In veruit de meeste gevallen strandt het beroep op het ontbreken van een bewijsbare toezegging van de overheid. Hiervoor zijn meerdere redenen, maar een daarvan is dat het bedrijf dat een beroep op het vertrouwensbeginsel doet, de toezegging van de overheid onvoldoende kan bewijzen. Dossieropbouw is en blijft dus belangrijk! (meer…)

2021-08-03T11:43:00+02:00

Gerechtvaardigd vertrouwen en het moment van toezeggingen

In de rechtspraak van de Raad van State is terug te zien dat het voor een succesvol beroep op het vertrouwensbeginsel uitmaakt op welk moment een toezegging door de overheid is gedaan. Hoe eerder een toezegging is gedaan, hoe minder snel door een bedrijf uit deze toezegging mag worden afgeleid dat de overheid ook daadwerkelijk zal meewerken. Dat blijkt uit een recente uitspraak van de Raad van State van 1 juli jl. Wat is hier aan de hand en welke lessen kunnen vastgoedbedrijven hieruit trekken? (meer…)

2021-08-03T11:46:30+02:00
Ga naar de bovenkant