Op 27 januari 2021 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) een voor de subsidiepraktijk belangrijke uitspraak gedaan over het op afstand plaatsen van subsidieverlening (ECLI:NL:RVS:2021:176). De Afdeling heeft geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid tot subsidieverlening niet kan delegeren aan een privaatrechtelijke rechtspersoon. De Gemeentewet staat daaraan in de weg.

Breed bestaande behoefte om subsidieverlening op afstand te plaatsen

Veel gemeenten kiezen ervoor om de uitvoering van een subsidieregeling en de beoordeling van subsidieaanvragen bewust op afstand te plaatsen van het openbaar bestuur. Daar kunnen uiteenlopende redenen voor zijn. Zo kan voor een beoordeling van de subsidieaanvraag bijzondere technologische of commerciële expertise vereist zijn, die de overheid zelf niet in huis heeft. Op het terrein van culturele subsidies wordt vaak gekozen voor het op afstand plaatsen van de subsidieverlening uit de overtuiging dat de overheid zich niet moet bemoeien met de beoordeling van artistieke waarden. Een van de overheid onafhankelijke partij kan hierin objectievere, van politieke motieven gevrijwaarde beoordelingen maken. Ook de gemeente Eindhoven heeft ervoor gekozen het verlenen van culturele subsidies op afstand te plaatsen.

Wat ging er aan de uitspraak vooraf?

De uitspraak van 27 januari 2021 is het vervolg op een eerdere uitspraak van de Afdeling van 13 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:413). In die zaak ging het om een subsidie die Stichting Cultuur Eindhoven (SCE) had verleend aan de Stichting Openbare Bibliotheek Eindhoven. De door SCE verleende subsidie was, als gevolg van de toepassing van een korting, lager dan het door de bibliotheek aangevraagde bedrag. De bibliotheek kwam daarom op tegen de subsidieverlening. In de procedure die volgde kwam de vraag aan de orde of SCE überhaupt bevoegd was om subsidie te verstrekken. De Afdeling kwam tot de conclusie dat dit niet het geval was. SCE is weliswaar een bestuursorgaan (een zgn. ‘b-orgaan’) en kan dus besluiten nemen waartegen bezwaar en beroep open staat, maar de vereiste wettelijke grondslag om subsidie te kunnen verlenen ontbrak. Het besluit tot subsidieverlening was daarom in strijd met artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel bepaalt dat een bestuursorgaan slechts subsidie verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. De Subsidieregeling, op basis waarvan SCE subsidie had verleend aan de bibliotheek, was door SCE vastgesteld en kwalificeerde daarom niet als een wettelijk voorschrift als bedoeld in artikel 4:23 Awb. De Afdeling oordeelde dat er een nieuw besluit op bezwaar moest worden genomen, waarbij het bevoegdheidsgebrek hersteld zou kunnen worden. Daarbij werd overwogen dat SCE het gebrek in de wettelijke grondslag niet zelf kan repareren, maar de gemeenteraad dat wel kan bij gemeentelijke verordening.

Herstel van het bevoegdheidsgebrek

Na de uitspraak van 13 februari 2019 is de gemeente Eindhoven aan de slag gegaan om het geconstateerde bevoegdheidsgebrek te herstellen. Het college van burgemeester en wethouders heeft naar aanleiding van de uitspraak de (door SCE opgestelde) Subsidieregeling met terugwerkende kracht vastgesteld. Ook heeft het college alle reeds door SCE genomen besluiten over de toekenning van subsidie, waaronder het besluit van SCE over de subsidieverlening aan de bibliotheek, bekrachtigd als waren het besluiten van het college. Het college heeft voorts een nieuw besluit genomen op het bezwaar van de bibliotheek. Het bezwaar is gegrond verklaard en de verleende subsidie wordt (onder aanvulling van de motivering) gehandhaafd. Tot slot heeft het college mandaat verleend aan de directeur van SCE om de op grond van de Subsidieregeling genomen besluiten uit te voeren en af te wikkelen.

De uitspraak van 27 januari 2021

De bibliotheek is om begrijpelijke redenen nog steeds niet eens met het gehandhaafde subsidiebedrag en stelt daarom opnieuw beroep in. De nieuwe beslissing op bezwaar (ditmaal van het college) tegen het subsidiebesluit ligt daarmee weer bij de Afdeling voor. Dit heeft geleid tot de uitspraak van 27 januari 2021.

Als eerste beoordeelt de Afdeling of het bevoegdheidsgebrek nu hersteld is. Dat is volgens de Afdeling het geval. Het college ontleent aan artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Eindhoven, in samenhang gelezen met artikel 149 van de Gemeentewet, de bevoegdheid om subsidieregelingen vast te stellen. Daarom is de door het college (met terugwerkende kracht) vastgestelde Subsidieregeling, op grond waarvan het college de subsidieverlening aan de bibliotheek heeft bekrachtigd en het nieuwe besluit op bezwaar heeft genomen, een wettelijk voorschrift als bedoeld in artikel 4:23, eerste lid, van de Awb. Het college was en is dus bevoegd, op grond van de Subsidieregeling, een besluit (op bezwaar) te nemen over subsidieverstrekking aan de bibliotheek.

De Afdeling geeft voorlichting

Uit de uitspraak volgt dat het college heeft besloten om de bevoegdheid tot subsidieverlening voor de opvolgende subsidieperiode (2021-2024) aan SCE te delegeren. Hoewel eventuele toekomstige subsidieverleningen in deze uitspraak niet ter beoordeling voorliggen, gaat de Afdeling – voordat zij de rechtmatigheid van de nieuwe beslissing op bezwaar beoordeelt – in op de vraag of het college de bevoegdheid tot subsidieverlening wel kan delegeren aan SCE. De Afdeling doet dit ter voorkoming van verdere (juridische) procedures en misverstanden, mogelijk mede ingegeven door (het dictum in) de eerste uitspraak, en gelet op de omstandigheid dat in de praktijk uitdrukkelijk behoefte bestaat aan (meer) duidelijkheid over de mogelijkheid van gemeentelijke bestuursorganen om bevoegdheden aan privaatrechtelijke rechtspersonen te delegeren.

Delegatie van bevoegdheden door college aan privaatrechtelijke rechtspersoon niet mogelijk

De Afdeling komt vervolgens tot het oordeel dat delegatie van de bevoegdheid tot subsidieverlening door het college aan SCE niet mogelijk is. Hoewel de Grondwet daaraan niet in weg staat, verzet de Gemeentewet zich daar wel tegen. De Afdeling betrekt daarbij dat uit de wetgeschiedenis volgt dat de in de artikelen 156, 165 en 178 van de Gemeentewet neergelegde delegatiemogelijkheden limitatief zijn. Gezien dit gesloten stelsel van bevoegdheidstoedeling, is delegatie van de bevoegdheid tot subsidieverlening van het college aan SCE niet toegestaan.

Mandaat of bestuurscommissie wel mogelijk

Dat delegatie aan SCE niet mogelijk is betekent volgens de Afdeling niet dat de uitvoering van de Verordening niet in praktische zin op afstand zou kunnen worden geplaatst, indien de raad dat wenst. Zo kan de raad of het college aan SCE mandaat verlenen om, namens de raad of het college, op grond van de Verordening, besluiten te nemen. Ook kan SCE als een bestuurscommissie, als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet, worden ingericht, waarna de raad of het college daaraan de bevoegdheid om, op grond van de Verordening, besluiten te nemen, kan delegeren.

Inhoudelijk oordeel over besluit op bezwaar

Tot slot komt de Afdeling toe aan de inhoudelijke beoordeling van het besluit op bezwaar. Dat besluit is volgens de Afdeling rechtmatig en het beroep van de bibliotheek is daarom ongegrond.

Conclusie

Delegatie van de bevoegdheid tot subsidieverlening door een college van burgemeester en wethouders aan een privaatrechtelijke rechtspersoon is volgens de Afdeling (vooralsnog) niet mogelijk. Wel zijn er alternatieven voorhanden voor het op afstand plaatsen van subsidieverlening. De Afdeling noemt de mogelijkheid tot het verlenen van mandaat om namens het college subsidiebesluiten te nemen of het instellen van een bestuurscommissie.

Vragen?

Als u naar aanleiding van het bovenstaande nog vragen hebt dan kunt u contact opnemen met mr. J. Wieland.

Hoewel deze publicatie met grote zorgvuldigheid is samengesteld aanvaardt Stijl B.V. geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene kennisname en kan niet worden beschouwd als advies.