Boetebeding in huurzaken
Artikel 18 lid 2 van de ROZ Algemene bepalingen inzake huur en verhuur van bedrijfsruimte luidt:
Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door huurster verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt huurster aan verhuurster van rechtswege per kalendermaand vanaf de vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 2% van het verschuldigde per kalendermaand, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van EUR 300,- per maand.
De vraag is of die boete cumulatief werkt, dus dat als de huur – zeg – over mei niet tijdig is betaald en ook niet in een van de navolgende maanden, er telkens per opvolgende maand een boete van 2% verschuldigd is met een minimum van EUR 300,-. Of mag de boete per te laat betaalde maand maar één keer in rekening worden gebracht? (meer…)