Vertrouwensbeginsel. Stap 3: gerechtvaardigd vertrouwen. Belangenafweging en schadevergoeding bij afwijzing van een wijzigingsplan.
AB Rechtspraak Bestuursrecht, AB 2020/302, afl. 32 – 2020, mr. T. Groot
Download de publicatie: AB 2020/302
AB Rechtspraak Bestuursrecht, AB 2020/302, afl. 32 – 2020, mr. T. Groot
Download de publicatie: AB 2020/302
Rechtspraak Notariaat, RN 2020/75, augustus 2020, mr. V.J.N. van Oijen
Download de publicatie: Ongebruikelijke transactie. Monitoringsverplichting. Verscherpt cliëntenonderzoek. Bestuurlijke boete.
AB Rechtspraak Bestuursrecht, AB 2020/290, afl. 31 – 2020, mr. J. Wieland
Download de publicatie: AB 2020/290
AB Rechtspraak Bestuursrecht, AB 2020/280, afl. 30 – 2020, mr. T. Groot
Download de publicatie: AB 2020-280 Belanghebbende. Weigering omgevingsvergunningaanvraag van Droompark Bad Meersee voor chalets
Als er sprake is van ‘afgeleid belang’, ben je geen belanghebbende en bemachtig je geen toegangsticket tot de bestuursrechter. Dat volgt uit een recente uitspraak van de Raad van State. In deze zaak vraagt een vakantieparkontwikkelaar en -exploitant een omgevingsvergunning aan voor chalets, maar deze wordt geweigerd door de gemeente. Het verkoopbedrijf van deze ontwikkelaar/exploitant – waarmee een contractuele ABC-relatie is aangegaan – probeert toegang tot de bestuursrechtelijke procedure te krijgen. De Raad van State oordeelt echter dat het verkoopbedrijf geen belanghebbende is. Er is namelijk een afgeleid belang, omdat het weigeringsbesluit slechts indirect – via een contractuele relatie – het verkoopbedrijf raakt en haar belang parallel loopt aan het belang van de ontwikkelaar/exploitant. Hoe zit dat precies? Thom Groot legt dit uit in AB.
Tijdschrift voor Bouwrecht, TBR 2020/109, augustus 2020, mr. T. Groot
Download de publicatie: TBR 2020/109
Op 10 juni jl. oordeelt de Raad van State over een zaak over het vertrouwensbeginsel. Deze komt ook voorbij in de veelbesproken aflevering van 4 juni jl. van Opstandelingen (NPO). Een gezin in Aadorp vraagt een omgevingsvergunning aan voor het bereiden en leveren van maaltijden aan groepen mensen in een gehuurde loods met dart- en biljartclub. Meermaals is toegezegd dat die vergunning verleend zal worden. Als puntje bij paaltje komt verleent het college van de gemeente Almelo echter geen vergunning. De onvrede van de familie is te begrijpen. Maar betekent dit volgens de Raad van State dat de vergunning alsnog moet worden verleend? Nee, maar is de Afdeling niet te beperkt in het vertalen van de beroepsgronden van het gezin? Thom Groot gaat hier in TBR op in.
AB Rechtspraak Bestuursrecht, AB 2020/270, afl. 27 – 2020, mr. J. Wieland
Download de publicatie: AB 2020/270.
Tijdschrift voor Bouwrecht, TBR 2020/94, juli 2020, mr. T. Groot
Download de publicatie: TBR 2020/94
AB Rechtspraak Bestuursrecht, AB 2020/260, afl. 28 – 2020, mr. T. Groot
De Raad van State heeft zich op 13 mei jl. moeten uitlaten over de vraag of de recreatieark ‘Aqua Vive’ in Uitdam een omgevingsvergunningplichtig ‘bouwwerk’ betreft. Deze rechtsvraag speelt niet alleen in de gemeente Waterland. Gelijksoortige discussies spelen in nogal wat andere gemeenten in Nederland. De reden hiervoor is dat dergelijke (‘varende’) woon- of recreatiearken steeds populairder worden. Het oordeel van de Raad van State is dus relevant voor de praktijk. Ook vanuit oogpunt van rechtsontwikkeling is de zaak interessant, nu het de kwalificatie van ‘bouwwerk’ in relatie tot de Wabo verder helpt. Meer hierover weten? Thom Groot schrijft erover in AB.
Download de publicatie:AB 2020/260.
Tijdschrift voor Bouwrecht, TBR 2020/90, juli 2020, mr. T. Groot
Download de publicatie: TBR 2020/90.
AB Rechtspraak Bestuursrecht, AB 2020/243, afl. 26 – 2020, mr. T. Groot
De Raad van State deed op 15 januari jl. uitspraak over de weigering van een gemeenteraad om een bestemmingsplan vast te stellen op verzoek van een bedrijf. Dit bedrijf wil zijn veehouderij saneren en een tankstation en wasstraat realiseren. Het bedrijf beroept zich op het vertrouwensbeginsel. Dat beroep loopt stuk, nu geen sprake is van een toezegging van de gemeenteraad. Er is weliswaar een anterieure overeenkomst gesloten tussen het bedrijf en de gemeente, maar die overeenkomst zou slechts een inspanningsverplichting inhouden om een bestemmingsplan in procedure te brengen en niet een resultaatverplichting om dit bestemmingsplan vast te stellen. Accepteert de Raad van State daarmee alleen onvoorwaardelijke toezeggingen? Thom Groot beantwoordt deze vraag in AB.
Download de publicatie: AB 2020/243.