STIJL-figuren: Michiel van Driel, bestuursrechtadvocaat en partner

Wie: Michiel van Driel
Functie: bestuursrechtadvocaat en partner
Werkt bij STIJL Advocaten sinds: 1 februari 2008
STIJL in drie woorden: vakinhoudelijk, praktisch, betrokken

“Ik beschouw de advocatuur primair als een ambacht”

Waarom STIJL?
“In maart 2007 was ik op het MIPIM, het vastgoedcongres in Cannes. Op de afsluitende borrel ontmoette ik een van de vennoten van STIJL, die ik nog kende uit mijn studententijd. Hij vertelde dat hij met drie anderen niche-kantoor STIJL was begonnen. Zijn verhaal maakte me enthousiast. Na tien jaar Zuidas begon ik me steeds meer af te vragen of die cultuur nog wel bij me paste. Terug in Nederland ontmoette ik ook de andere partners. De gesprekken waren heel plezierig. Ik merkte: dit zijn mensen die, net als ik, de advocatuur primair als ambacht beschouwen, vakinhoudelijk willen excelleren, met de noodzakelijke gezonde bedrijfsvoering. Een groep die vriendschappelijk met elkaar omgaat. Bij een jong bedrijf gaan werken was een stap, ik zou best wat opgeven aan zekerheden. Maar toch heb ik geen enkele seconde getwijfeld om met deze bevlogen advocaten het avontuur aan te gaan. Met elk onze specialisatie en karaktereigenschappen, zouden we elkaar kunnen aanvullen en versterken.”

Onderweg met STIJL
“Toen ik begon was er al gauw kruisbestuiving: de cliënten van mijn bestuursrechtpraktijk hadden geregeld behoefte aan advies of procedures op het terrein van civiel recht. En omgekeerd. Dat was zeer waardevol. De vastgoedcrisis van 2008 heeft ook geen negatief effect op STIJL gehad. Integendeel. Veel cliënten, voornamelijk ontwikkelaars, vonden de partner on the job-benadering en het scherpe uurtarief erg aantrekkelijk. Inmiddels werk ik alweer bijna 15 jaar bij STIJL. STIJL is een serieuze werkgever. Patroon zijn vind ik ook leuk, zeker als de persoon die ik begeleid dezelfde liefde voor het vak heeft als ik. Dan leef ik helemaal op.”

Michiel: “Het is plezierig om op te trekken met nieuwsgierige en betrokken collega’s, die maatschappelijke veranderingen niet alleen gadeslaan maar er in praktische zin meteen mee aan de slag gaan.”

Resultaat met STIJL
“Werken bij STIJL geeft mij een heleboel voldoening. Het is plezierig om op te trekken met nieuwsgierige en betrokken collega’s, die maatschappelijke veranderingen niet alleen gadeslaan maar er in praktische zin meteen mee aan de slag gaan. Het is een kunst om de razendsnelle ontwikkelingen, in mijn geval in het omgevingsrecht, bij te houden. Zoals de nieuwe Omgevingswet, de stikstofproblematiek en, naar aanleiding van de Toeslagenaffaire, het evenredigheidsbeginsel. Kortom, je bent nooit uitgeleerd. ‘Never a dull moment’. Je moet als partner dingen durven aan te pakken en durven mee te maken. Uit je comfortzone komen. Niet op je lauweren rusten. En het vertrouwen van de cliënt winnen en behouden. Winnen is het devies, linksom of rechtsom. Samen met de cliënt en resultaatgericht! De advocatuur is als het bedrijven van topsport. Procederen is mijn passie. Ik zit nu 25 jaar in het vak en het zal nooit een trucje worden. Ik vind het ongelooflijk fijn om iets te doen waar ik al mijn energie in kan steken.”

Tekst: Iris Stam
Foto: Bettina Traas

2022-06-09T11:16:33+02:00

Visie van de expert

Wie: Peter Oussoren, partner van COUP Urban Producers

“De combinatie verduurzamen en erfgoed wordt een hot topic”

Als het de afgelopen maanden zomer was geweest, hadden leegstaande kerken kunnen dienen als opvanglocatie voor vluchtelingen. Maar in een niet-verwarmde kerk kun je geen mensen laten wonen.

Er liggen volgens Peter Oussoren grote kansen en uitdagingen voor de herontwikkeling van bestaande gebouwen. “Gebouwd cultureel erfgoed is ontzettend belangrijk voor de beleving van je omgeving. Er zit een extraatje in wat je kunt voelen. Een verhaal, een gevoel, iets dat ooit van belang was.”

“Een kerk voelt bijvoorbeeld voor veel mensen als de ziel van een dorp, daar hoef je geen kerkganger voor te zijn”, vervolgt hij. “Je bent onderweg en in de verte zie je de kerktoren opdoemen. Dan ben je bijna thuis.” Van de 7.000 kerken in Nederland hebben er 1.400 de laatste jaren een nieuwe bestemming gekregen. Oussoren: “Ik denk dat we over een periode van tien jaar nog ongeveer 4.500 kerken moeten sluiten of herbestemmen. Maar hoe herbestem je die allemaal? Dat lijkt wellicht onmogelijk, maar door de ontwikkeling van de techniek van het inbouwen en verduurzamen opent zich een heel nieuw perspectief.”

“Om een kerk van enige omvang traditioneel ‘duurzaam’ te verwarmen ben je tussen een half miljoen en een miljoen euro verder. De slechte isolatiewaard past niet bij laagtemperatuursystemen en daarmee wordt exploitatie heel erg lastig. Dit vind ik een heel boeiend spanningsveld. We willen erfgoed behouden, want het heeft geschiedenis en charme en cultuurhistorische waarde, maar vanuit vastgoedprincipes is er niet de investeringsruimte om de waarde te concretiseren. Dat is echt een uitdaging voor de toekomst.”

Terwijl je in andere landen regelmatig een ruïne in het landgoed ziet, is dat in Nederland door de druk op de ruimte zelden het geval. In Nederland willen we alles regelen en door de economische druk kan het ook bijna altijd. Peter Oussoren vindt het een goede ontwikkeling dat bedrijven zich steeds meer medeverantwoordelijk voelen voor maatschappelijke vraagstukken en voor de historie van een gebouw. “Daarmee laat je als bedrijf ook zien wie je bent.”

“Tegelijkertijd worstelt iedereen die met herontwikkeling bezig is met burgerparticipatie. Zodra je in Nederland iets ontwikkelt, krijg je te maken met bezwaren. Bezwaren van bewoners in het gebied waar iets staat te gebeuren. Ik merk dat wanneer wij werken aan de transformatie van leegstaande gebouwen. Neem een kerk met een omliggend terrein in een middelgrote gemeente. De buurt is inmiddels gewend aan de leegstand en bewoners parkeren er hun tweede auto. Wanneer er een plan komt om die plek opnieuw te gaan gebruiken, ontstaat er onrust. Terwijl de transformatie ook toegevoegde waarde meebrengt. Neem De Hallen in Amsterdam, een voormalige tramremise. Er was tegenwerking omdat men een toename van auto’s voorzag. Maar tegelijkertijd droeg het project positief bij aan de buurtontwikkeling. Inmiddels is het een aantrekkelijke plek geworden met sterk gestegen woningprijzen.”

Peter Oussoren benadrukt nog maar eens dat de kwaliteit van leven beïnvloed wordt door de zichtbaarheid van de historie, en daar zitten in de toekomst nog heel veel opgaven in. “Het Rijk is zich daar gelukkig van bewust en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft programma’s om bijvoorbeeld het religieus erfgoed in ere te houden. Er worden ook subsidies verstrekt voor haalbaarheidsonderzoeken voor monumenten. Dit soort subsidies kunnen helpen om de eerste stappen te zetten en beweging te brengen.”

“Het zou mooi zijn als wij in Nederland eens gaan werken aan een soort National Trust (of een fonds) voor religieus erfgoed. Een fonds of instelling die overtollig erfgoed waar niet meteen een herbestemming voor is een tijdje in portefeuille kan houden. Sommige gebouwen bestaan 500 jaar maar hebben door achterstallig onderhoud en slechte isolatiewaarde op dit moment geen economische waarde. Als we wat meer visionair zouden kunnen denken over dit soort pareltjes dan kunnen we dit vraagstuk vast oplossen in de komende 50 jaar.”

Want, bevestigt hij, “Het is al merkbaar dat we op termijn weer meer behoefte krijgen aan communities. Aan plekken waar mensen met elkaar willen samenkomen. Waar mensen gezamenlijk investeren. Om dat collectivisme vorm te geven, hebben we gebouwen en grond nodig. Dat kan ons oude erfgoed zijn. Vroeger waren hele dorpen verbonden aan de plaatselijke fabriek, generatie op generatie. Je ziet nu initiatieven ontstaan om bijvoorbeeld collectief aan warmtevoorziening te doen. Zodra we het collectieve weer meer gaan omarmen, komen de ‘oversized’ historische gebouwen weer goed van pas. Het combineren van verduurzaming en erfgoed wordt daardoor een hot topic.”

Tekst: Maaike Staffhorst
Foto: COUP Urban Producers

2022-06-09T11:18:01+02:00

Van mengvoederfabriek tot woningen aan het water

Cliënt: Paulowna Beheer B.V., dochteronderneming Koninklijke De Heus B.V.
Sinds wanneer cliënt van STIJL Advocaten: 2008
Uitgelicht project: Brokking, Wormerveer

Georganiseerde beestenboel in Wormerveer

Een uil, vleermuizen én een kluizenaar een nieuw onderkomen bieden, rekening houden met ringslangen in de nabijgelegen ecologische hoofdstructuur, grond ruilen met de buurman, water teruggeven aan de natuur, aanvaarbeveiligingen plaatsen…
Het omvormen van een fabrieksterrein aan rivier De Zaan naar een woonwijk was complex. Een team van bevlogen experts bood de uitdagingen het hoofd en zorgde voor een soepele voortgang.

De herinrichting van het industriegebied in Wormerveer werd geïnitieerd door Paulowna Beheer B.V., een dochteronderneming van familiebedrijf De Heus, een wereldspeler op het vlak van diervoeding. Het team dat betrokken was bij de plannen om de grond rond de leegstaande mengvoederfabriek aan De Zaan een andere bestemming te geven bestond uit Gert Jan Schipper, directeur operationele zaken bij De Heus, extern adviseur Bert van den Born, Erik Schot, voormalig directeur van bouwconcern Van Wijnen en thans partner bij projectontwikkelaar Blue Banner en Maarten Schrijver, destijds als bedrijfsjurist werkzaam bij De Heus. STIJL Advocaten zorgde voor de juridische expertise op het gebied van ruimtelijke ordening en privaatrecht. Een fijne samenwerking en een bijzonder traject, waarover veel te vertellen valt. Maarten Schrijver en Bert van den Born zijn dan ook enthousiast ingegaan op de uitnodiging van STIJL-partner Truke den Uyl-Slagter om mee te werken aan een interview. Het drietal ontmoet elkaar op het kantoor van STIJL. Na het uitwisselen van de laatste nieuwtjes ontstaat al snel een mooi en geanimeerd gesprek over mijlpalen en kinken in de kabels bij de ontwikkeling van project Brokking.

Maarten Schrijver

Daarom STIJL: bijstand van een oude bekende
Maarten Schrijver: “STIJL-partner Truke den Uyl-Slagter was, net als makelaar en taxateur Bert van den Born, een relatie waarmee De Heus bij eerdere zaken naar volle tevredenheid was opgetrokken.”
Truke den Uyl-Slagter: “De familie De Heus laat zich op zakelijk gebied graag bijstaan door adviseurs die ze persoonlijk kennen. In mijn studententijd raakte ik bevriend met Co de Heus en zijn vrouw. Dat contact is altijd gebleven.”
Maarten Schrijver vertelt iets meer over de bedrijfsstructuur van De Heus en het voortraject van project Brokking: “In Paulowna Beheer B.V. zit onder meer vastgoed dat De Heus middels overnames heeft verworven. Een van die objecten was mengvoederfabriek Brokking in Wormerveer. Het was na aankoop nog even in gebruik, maar al snel werden de activiteiten naar andere locaties van De Heus verplaatst. De fabriek verloor daardoor zijn functie.”

Truke den Uyl-Slagter: “Als onderneming kom je dan voor de keuze te staan: stoten we het vastgoed af? Of kijken we naar de meerwaarde? Maken we een plan voor de vorming van een mooi gebied, ten behoeve van de maatschappij, en verkopen we dit plan in een later stadium wellicht aan een projectontwikkelaar?”
Maarten Schrijver: “De familie De Heus besloot het perceel te behouden en betrok drie mannen uit verschillende disciplines bij de ontwikkelplannen. In een later stadium werd Bert van den Born gevraagd hierin mee te denken.”
Bert van den Born: “De fabriek stond toen al tien jaar leeg… De besprekingen met de gemeente en de provincie over de bestemming liepen keer op keer op niets uit. De drie heren bleven echter vasthouden aan een plan voor een hotel met leisure. Ik vond het geen geschikte locatie voor een hotel en recreatie, mijn idee was woningbouw. We kwamen er niet uit. Er moest iets gebeuren. Het beëindigen van de niet constructieve samenwerking was de enige manier om verder te komen met het project.”

De rol van STIJL: juridische duizendpoot
Maarten Schrijver: “Truke den Uyl-Slagter van STIJL Advocaten bood ondersteuning bij de beëindiging van deze samenwerking.”
Bert van den Born: “Daarna vormden we een nieuw team van experts met goede ideeën op het gebied van projectontwikkeling op niet gebruikelijke plekken. Omvorming van kantoren en industriële panden naar woningen begon net populair te worden. De enorme kennis van STIJL Advocaten op het gebied van het wijzigen van bestemmingsplannen was van onschatbare waarde. Het was zeer prettig om voor project Brokking met Truke den Uyl-Slagter, Michiel van Driel en Nienke van Renssen op te trekken. Professionals met daadkracht.”
Maarten Schrijver vult aan: “Van de samenwerkingsovereenkomsten met de betrokken partijen en alle onderzoeken met betrekking tot het bestemmingsplan tot het sluiten van de anterieure overeenkomst met de gemeente, het aanvragen van de omgevingsvergunning, het ruilen van grond met een naastgelegen agrariër tot de uiteindelijke verkoop van het ‘kant-en-klare’ plan aan projectontwikkelaar De Nijs… STIJL Advocaten was een one stop shop waar De Heus terecht kon voor zowel de privaatrechtelijke als bestuursrechtelijke dienstverlening. En die de regie hield tijdens het gehele traject. Dat was heel fijn.”
Bert van den Born: “En vergeet ook niet de inbreng van Local, de zakenrelatie van STIJL uit Den Haag. Zij namen in het laatste deel van het traject de procesbegeleiding op zich en hielpen het team bij het bepalen van het juiste moment van verkoop.”

Onderweg met STIJL: rekening houden met de natuur
Bert van den Born pakt zijn telefoon en laat een filmpje uit 2015 zien. “Zo zag het pand er zeven jaar geleden uit. Ik houd hier een praatje voor de mensen van de gemeente, om ze enthousiast voor het project te maken. Ze waren verguld toen bleek dat het hoofdgebouw met torentje een Berlage-achtige vormgeving had. Die monumentale architectuur moest echt behouden blijven.”
Truke den Uyl-Slagter: “Er zat in de toren toch een kluizenaar? We moesten zorgen dat hij ging verhuizen, toen projectontwikkelaar De Nijs het plan kocht en we moesten gaan leveren. Jij maakte aldoor afspraken met deze meneer.”
Bert van den Born: “Ja, ik kon goed met hem opschieten.”
Truke den Uyl-Slagter: “Ook was de toren de natuurlijke habitat van een uil en vleermuizen…”

Bert van den Born

Bert van den Born: “We hebben allemaal kasten met openingen in de omgeving geplaatst om te zorgen dat ze andere huisvesting konden zoeken en vinden. Daarnaast moesten we rekening houden met ringslangen. De helft van het perceel was namelijk onderdeel van de ecologische hoofdstructuur. En dan was er het geval van de waterberging. We dienden op de kubieke meter uit te rekenen hoeveel water we aan de natuur teruggaven.”
Truke den Uyl-Slagter: “De gemeente bedacht telkens wat nieuws.”
Maarten Schrijver: “Aan het einde moesten er aanvaarbeveiligingen in de Zaan gemaakt worden. Omdat men bang was dat er schepen tegen de woningen zouden varen. Overigens niet onterecht, als je kijkt naar wat er laatst in Friesland gebeurde.”

Resultaat met STIJL: een wijk in ontwikkeling
Maarten Schrijver laat op zijn laptop het bouwplan van het project met de drie bouwfases zien. Bert van den Born geeft een toelichting: “Kijk, dit zijn de rijtjeswoningen van Het Arsenaal en de vrijstaande huizen van De Tuinen, allemaal met insteekhaventjes waar bewoners hun bootje kunnen afmeren. Deze twee fases zijn inmiddels gerealiseerd. En dit is fase 3: De Pijl. De ontwikkeling van deze appartementen in de kern van de vroegere mengvoederfabriek van Brokking is nog in volle gang. Wanneer de bouw ten einde is, zal Wormerveer een wijk met ruim tweehonderd woningen rijker zijn.”
Truke den Uyl-Slagter: “Een prachtige plek aan het water.”
Bert van den Born lacht en verzucht: “Het was al met al een heel complexe ontwikkeling.”
Maarten Schrijver: “Vooral op het vlak van het omvormen van natuur naar woningbouw.”
Bert van den Born: “Ongelooflijk dat het uiteindelijk allemaal gelukt is.”
Maarten Schrijver: “In relatief korte tijd. Mooi dat we het met ons team voor elkaar hebben gekregen.”

Tekst: Iris Stam

2022-06-09T10:39:10+02:00
Ga naar de bovenkant