Besluitbegrip. De reactie op een melding over de overgang (tenaamstelling) van een omgevingsvergunning is geen besluit waartegen bezwaar en beroep kan worden ingesteld

De reactie op een melding over de overgang (tenaamstelling) van een omgevingsvergunning is geen besluit waartegen bezwaar en beroep kan worden ingesteld. Dat blijkt uit een recente uitspraak van de Raad van State.

Een omgevingsvergunning is zaaksgebonden en voor eenieder die het project uitvoert waarop de omgevingsvergunning betrekking heeft. Als een omgevingsvergunning wordt overgedragen, moet hiervan melding worden gedaan aan het bevoegd gezag. Al eerder oordeelde de Raad van State dat een melding niet constitutief is voor overgang van de omgevingsvergunning. Er is ook anderszins geen sprake van een bevoegdheid die verbonden is aan een melding. En als geen bestuurlijke bevoegdheid bestaat, kunnen er eveneens geen rechtsgevolgen in het leven worden geroepen. De conclusie is dat een reactie op een melding over de overgang (tenaamstelling) van een omgevingsvergunning geen besluit is waartegen bezwaar en beroep kan worden ingesteld, aldus de Raad van State.

Thom Groot bespreekt de uitspraak in het tijdschrift AB. Zijn noot is via onderstaande link te lezen.

Download de noot: AB 2023 122 

2024-01-19T10:56:06+01:00

Vertrouwensbeginsel en toezegging. Aan bekendmaking van een omgevingsvergunning van rechtswege kan niet het vertrouwen worden ontleend dat een verbeurde dwangsom niet zal worden ingevorderd

In haar uitspraak van 30 november 2022 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat gerechtvaardigd vertrouwen dat een dwangsom niet zal worden ingevorderd, niet kan worden ontleend aan (de bekendmaking van) een van rechtswege verleende omgevingsvergunning. Dat is in de kern de boodschap van een recente uitspraak van de Raad van State. Dat oordeel is logisch, omdat deze vergunning van rechtswege niets zegt over de aanwending van de bestuursbevoegdheid om een dwangsom in te vorderen. Maar hoe zit het dan met het feit dat de invordering van de last is gebaseerd op overtredingen die dateren van ná de datum van bekendmaking van de omgevingsvergunning van rechtswege? Daarover oordeelt de Raad van State dat aan het belang van die invordering veel gewicht moet worden toegekend. Het feit dat een vergunning van rechtswege is verleend en sprake is van legalisatie, is niet zodanig bijzonder dat de dwangsom niet toch mag worden ingevorderd, aldus de Raad van State.

Thom Groot bespreekt de uitspraak in het tijdschrift AB. Zijn noot is via onderstaande link te lezen.

Download de noot: AB-2023-110

2024-01-09T16:20:35+01:00

Gelijkstelling met besluit. Afwijzing aanvraag herziening bestemmingsplan voor het mogelijk maken van een supermarkt door niet-belanghebbende.

In haar uitspraak van 7 september 2022 specifieert de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State haar rechtspraak dat een weigering om een bestemmingsplan vast te stellen gelijk moet worden gesteld met een besluit, waartegen door een belanghebbende bezwaar of beroep kan worden ingesteld. De specificering zit hem er in dit niet anders is indien de weigering om een bestemmingsplan vast te stellen volgt op een verzoek van een niet-belanghebbende. De uitkomst van de uitspraak lijkt Thom Groot wenselijk, omdat (de Omgevingskamer van) de Raad van State nu over elke weigering om een bestemmingsplan vast te stellen kan oordelen, of het nu gaat om een aanvraag van een belanghebbende of niet.

Thom Groot bespreekt de uitspraak in het tijdschrift AB. Zijn noot is via onderstaande link te lezen.

Download de noot: AB 2023/157

2023-12-08T10:33:28+01:00

Twee jaar Didam-arrest: navigeren in woelig vaarwater

Het Didam-arrest. Het blijft vooralsnog navigeren in woelig vaarwater. Hoewel het arrest inmiddels twee jaar oud is, staat het nog steeds volop in de belangstelling. Dat heeft inmiddels tot ongeveer 100 gepubliceerde uitspraken van lagere rechters geleid. Maar nog steeds bestaat er veel onduidelijkheid voor vastgoedtransacties. De hoogste tijd om weer een tussenbalans op te maken. Truke den Uyl-Slagter en Jaap Wieland doen dat in een deze week verschenen artikel in BR 2023/80. Het volledige artikel kunt u hieronder downloaden.

Bouwrecht, BR 2023/80, december 2023, mr. dr. J. Wieland en mr. G.K. den Uyl-Slagter

Download de publicatie: BR 2023/80

2023-12-05T11:21:59+01:00

Exceptieve toetsing van planregels en het evidentiecriterium

AB Rechtspraak Bestuursrecht, AB 2023/271, mr. T. Groot.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wil van geen wijken weten wat betreft het zogenoemde ‘evidentiecriterium’ bij exceptieve toetsing van planregels met open normen en dynamische verwijzing naar beleidsregels. De Afdeling oordeelt in de uitspraak van 6 september jl. namelijk dat een planregel met een open norm en een dynamische verwijzing naar een planologische beleidsregel exceptief behoort te worden getoetst aan dit criterium.

De Afdeling volgt op dit punt niet de eerdere conclusie van staatsraad A-G Nijmeijer. Volgens Thom Groot verdient de uitspraak een kritische noot. Meer weten? U kunt de uitspraak met annotatie lezen via onderstaande link.

Download de publicatie: AB 2023 271

2023-11-29T15:27:43+01:00
Ga naar de bovenkant