Wijzigingsplan, relativiteitsvereiste, vereniging, collectief belang.

Je kan in een bestuursrechtelijke procedure niet optreden als je ‘broeders hoeder’, maar je moet opkomen voor jouw eigen belangen. Dit is de gedachte achter het zogenaamde relativiteitsvereiste van artikel 8:69a Algemene wet bestuursrecht. In een recente uitspraak van de Raad van State wordt het relativiteitsvereiste evenwel niet tegengeworpen aan de Vereniging Glastuinbouw Nederland, ook al zijn de door het bestreden besluit geraakte individuele bedrijven geen lid. Het bestreden besluit betreft een wijzigingsplan waarin een bedrijfswoning een aanduiding voor een plattelandswoning heeft gekregen. Daartegen kan de Vereniging Glastuinbouw Nederland inhoudelijk wél opkomen om te proberen het gebied te behouden voor  glastuinbouw.

Lees hier de noot die Thom Groot bij deze uitspraak schreef: AB 2025/125.

2025-09-12T16:31:20+02:00

Fietsenstallingexploitant niet werkzaam in zelfde verzorgingsgebied als concurrent en daarom geen belanghebbende. Peilmoment.

U-Stal is volgens de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geen belanghebbende bij de aanwijzing van de exploitatie van de fietsenstalling bij station Driebergen-Zeist als een DAEB, waarbij NS Fiets B.V. als exploitant is aangewezen. De reden daarvoor is dat U-Stal op het moment dat op bezwaar werd beslist zelf geen fietsenstalling meer exploiteerde in de buurt van het station Driebergen-Zeist. Aldus hanteert de Afdeling een onjuiste peildatum. Jaap Wieland bespreekt deze uitspraak daarom in een noot in de AB die hier is te lezen.

Lees hier de noot die Jaap Wieland bij deze uitspraak schreef: AB 2025/223.

2025-09-08T16:19:44+02:00

Relativiteitsvereiste bestemmingsplan Boxtel

Blij met een dode mus?

Eerder dit jaar deed de Afdeling uitspraak in een zaak waarin twee niet-belanghebbenden opkwamen tegen een bestemmingsplan. Zij ontleenden hun beroepsrecht aan de Varkens in Nood-rechtspraak, op grond waarvan ook niet-belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend toegang hebben tot de rechter. De vraag is alleen wat zij daaraan hebben. Niet veel, zo laat de uitspraak zien. Het relativiteitsvereiste staat in dat geval namelijk aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep in de weg. Kortom, Varkens in Nood is de spreekwoordelijke dode mus waarmee degene die een zienswijze heeft ingediend wordt blij gemaakt.

Lees hier de noot die Jaap Wieland bij deze uitspraak schreef: TBR 2025/83

2025-07-15T15:09:39+02:00

Omgevingsvergunning van rechtswege, procesbelang

In een recente uitspraak komt de Raad van State tot het oordeel dat het college van burgemeester en wethouders van Utrecht geen procesbelang heeft, omdat het enkele feit dat het college het oneens is met de motivering van de rechtbank van diens oordeel onvoldoende is om procesbelang aan te nemen. In deze zaak heeft een inhoudelijk oordeel geen feitelijke betekenis voor het college. Voor het college maakt het namelijk niet uit wat het oordeel van de Raad van State inhoudt, omdat toch al een (nieuw) besluit is genomen en hiertegen niet opnieuw een procedure loopt. Het juridische discussiepunt of sprake was van een omgevingsvergunning van rechtswege is, in dat licht bezien, achterhaald en levert geen procesbelang op, aldus de Raad van State. Thom Groot bespreekt deze uitspraak in het vaktijdschrift AB. Meer weten?

Lees hier de noot die Thom Groot bij deze uitspraak schreef: AB 2025/140.

2025-06-27T13:38:05+02:00

Betoog van concurrentbelanghebbende dat plan financieel niet uitvoerbaar is, strandt op het relativiteitsvereiste.

Te klein voor een tafellaken, te groot voor een servet. En daarmee dus net niet. Die gedachte komt op bij het lezen van ABRvS 18 december 2024, ECLI:NL:RVS:2024:5268. De Afdeling oordeelde dat een concurrent dicht genoeg bij het plangebied is gevestigd om de economische concurrentiegevolgen van een bestemmingsplan te ondervinden (dat maakt haar belanghebbende) maar tegelijkertijd te ver van het plangebied af zit om daar ook de ruimtelijke gevolgen van te ondervinden. Dat laatste maakt dat zij niet met succes een beroep kan doen op ruimtelijke normen. Het betoog van de concurrentbelanghebbende dat plan financieel niet uitvoerbaar is, strandt dan ook op het relativiteitsvereiste.

Lees hier de noot die Jaap Wieland bij deze uitspraak schreef: AB 2025/146.

2025-06-10T16:19:03+02:00

Vernietiging bestemmingsplan vanwege gerede twijfel over uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan voor een grootschalig datacenter voor Meta/Facebook in Zeewolde is vernietigd vanwege gerede twijfel over de uitvoerbaarheid. Dat blijkt uit een uitspraak van de Raad van State, die Thom Groot recent bespreekt in het vaktijdschrift AB. Dit initiatief is niet alleen bijzonder in zijn soort, de uitspraak is dat ook. In de eerste plaats wordt namelijk een zeldzame regiezitting gehouden. Daarnaast is het oordeel over procesbelang van appellanten bijzonder. Ten slotte lijken feiten en omstandigheden van na het plan betrokken te worden bij de beoordeling van de uitvoerbaarheid op het moment van planvaststelling, namelijk dat Meta/Facebook zich heeft teruggetrokken. Meer weten?

Lees hier de noot die Thom Groot bij deze uitspraak schreef: AB 2025/16.

2025-05-30T18:49:35+02:00

Bestemmingsplan. Beroep van rechtswege. Conclusie over nadere besluiten.

De Raad van State verbindt vooralsnog geen gevolgen aan de conclusie van staatsraad Advocaat-Generaal Nijmeijer. Nijmeijer nam eerder een conclusie over de ruime toepassing van artikel 6:19 Algemene wet bestuursrecht (beroep van rechtswege) in relatie tot ruimtelijke plannen die elkaar opvolgen. Vooralsnog ziet de Raad van State in een recente uitspraak geen aanleiding om haar rechtspraak in (bestemmings)planzaken aan te passen in het licht van de lijnen die Nijmeijer heeft in zijn conclusie heeft aangedragen. Thom Groot bespreekt deze uitspraak en conclusie in het vaktijdschrift AB. Meer weten?

Lees hier de noot die Thom Groot bij deze uitspraakschreef: AB 2025/121.

2025-05-30T18:42:10+02:00
Ga naar de bovenkant