Huurprijsherziening middenstandsbedrijfsruimte
Recent onderzoek (Stijl Advocaten) naar de doorlooptijd van de huurprijsherzieningsprocedures voor middenstandsbedrijfsruimte over de afgelopen vijf jaren levert een dramatisch plaatje op. De gemiddelde doorlooptijd van de procedures bij de rechtbanken (kantongerechten) nemen 23,2 maanden in beslag, dus bijna twee jaar. Wordt geappelleerd bij het hof dan komt de totale looptijd op 38,15 maanden, dus ruim drie jaren. Dat zijn schokkende cijfers!
Maar dat is nog niet alles. Artikel 7:304 BW bepaalt niet alleen dat pas kan worden gedagvaard als er een advies van (een) deskundige(n) voorligt, maar ook dat, als partijen het daarover niet eens worden een verzoek aan de kantonrechter kan worden gedaan die dan de deskundige(n) aanwijst. En het artikel bepaalt – en dat is een ernstige weeffout van de wetgever – dat de datum van indiening van het verzoekschrift heeft te gelden als datum van ingang van de huurprijsaanpassing. Daarmee heeft de partij die de huurprijsaanpassing wenst er belang bij om zo snel mogelijk tot de vaststelling te komen dat er geen overeenstemming over de aan te wijzen deskundige(n) kan worden bereikt om vervolgens onverwijld zo’n verzoekschrift in te dienen. Daar is de andere partij het dan niet mee eens en die verzet zich, desnodig ook nog in appel en in cassatie. Want hoger beroep tegen de beschikking van de kantonrechter op het verzoekschrift is (helaas) niet uitgesloten. In dergelijke gevallen gaan er dus maanden – en soms jaren voorbij, vooraleer aan de eigenlijke huurprijsaanpassingsprocedure kan worden toegekomen, middels het uitbrengen van een dagvaarding. (meer…)