Je kan in een bestuursrechtelijke procedure niet optreden als je ‘broeders hoeder’, maar je moet opkomen voor jouw eigen belangen. Dit is de gedachte achter het zogenaamde relativiteitsvereiste van artikel 8:69a Algemene wet bestuursrecht. In een recente uitspraak van de Raad van State wordt het relativiteitsvereiste evenwel niet tegengeworpen aan de Vereniging Glastuinbouw Nederland, ook al zijn de door het bestreden besluit geraakte individuele bedrijven geen lid. Het bestreden besluit betreft een wijzigingsplan waarin een bedrijfswoning een aanduiding voor een plattelandswoning heeft gekregen. Daartegen kan de Vereniging Glastuinbouw Nederland inhoudelijk wél opkomen om te proberen het gebied te behouden voor glastuinbouw.
Lees hier de noot die Thom Groot bij deze uitspraak schreef: AB 2025/125.