Wie: Marinke Steenhuis, oprichter van adviesbureau SteenhuisMeurs

“Ons landschap gaat veranderen”

Hoe kunnen we Nederland opnieuw uitvinden? Als architectuurhistoricus houdt Marinke Steenhuis zich bezig met de lange lijn van de cultuurhistorie naar het nu. Ze adviseert overheden en de vastgoedwereld bij de herontwikkeling van gebouwen en gebieden.

Als volk hebben we acht eeuwen lang bewust of onbewust roofbouw gepleegd op het landschap, stelt Marinke Steenhuis. “We hebben het ontwaterd, we hebben er veen uitgehaald en met turf hebben we mede onze welvaart gefinancierd. Vanwege die goedkope brandstof konden we rijk worden. Een parallel zien we in de 20e eeuw in Groningen met de gaswinning. We hebben dus twee eeuwen op de pof met brandstof kunnen leven. En daarmee, aanvankelijk onbewust, onze leefwereld beschadigd. Nu hebben we afscheid genomen van turf, en als het goed is ook van gas. Dus nu pas normaliseren we als land, naar een situatie die eigenlijk normaal is, namelijk dat je niet ergens een gasbel hebt. En daar kunnen wij maar heel moeilijk aan wennen want we krijgen met kraptes te maken. Dat gasgeld heeft namelijk heel veel gefinancierd; van de rijkswegen tot de gezondheidszorg tot het onderwijs. Dat kunnen we nu niet meer betalen. Met onze bodemschatten financierden wij, zonder dat we daar veel oog voor hadden, de werkelijke kosten van de verzorgingsstaat.”

Met haar adviesbureau SteenhuisMeurs, dat ze samen met restauratiearchitect Paul Meurs oprichtte, leverde ze onlangs de landschapsbiografie van het Groene Hart op, in opdracht van het Bestuurlijk Platform Groene Hart. Steenhuis: “Dit gebied is een NOVI-gebied, wat betekent dat het in de nieuwe nationale omgevingsvisie een focusgebied is. De nieuwe Omgevingswet zit vast aan de NOVI. Er komt hier heel veel samen qua problematiek: de bodem is er de afgelopen 400 jaar soms wel 4 meter gedaald. Daarnaast is er verzilting, de urgentie van zon- en windenergie, de stikstofproblematiek en het is economisch het hart van Nederland, met de vier grote steden eromheen. De vraag is niet óf het landschap gaat veranderen, maar hoe, en op welke manier opgaven elkaar kunnen versterken in plaats van dat je een optelsom van deeloplossingen krijgt.”

Over het Nederlandse landschap als geheel en het vestigingsklimaat, zegt ze: “De vraag die we ons moeten stellen is: wat voor land, en met welke mensen daarin, willen we zijn? We moeten misschien ons menszijn naar elkaar opnieuw uitvinden. Wellicht het ouderwetse woord solidariteit weer eens wakker schudden. Er zijn momenten dat ik mij afvraag: wat is er gebeurd de afgelopen vijftien jaar? Zoveel sectoren, op het drinkwater na, zijn in handen gekomen van al dan niet buitenlandse investeerders. Ook wijzelf zijn verkocht, via onze data. Wat hebben we zelf nog om over te beslissen? Dat vind ik best een beangstigende gedachte.”

Er is dus urgentie. SteenhuisMeurs roept op om de problematiek integraal op te pakken. “Dit vergt een manier van omdenken, van alle partijen. Maar we moeten het kunnen. Denk maar terug aan 1953, toen een paar weken na de watersnoodramp de Deltacommissie en de Deltawet een feit waren. Kom daar nu maar eens om. En dat zeg ik niet met verwijt of heimwee, maar er is wel daadkracht nodig. Nederland heeft een lange traditie van sterke overheidsplanning. Dat liep tot 2008, toen minister Dekker het ging decentraliseren. Sindsdien hebben we geen Rijksvisies meer en wijst het Rijk ook geen plekken meer aan waar iets moet gebeuren. Met het NOVI-gebeuren herneemt het Rijk de regie. Het is nog schoorvoetend en het moet allemaal met de regio worden uitgewerkt, maar het is een begin. Ik ben benieuwd hoe het zich zal ontwikkelen omdat je ziet dat ook (lokale) bestuurders er langzamerhand niet meer omheen kunnen. Zie de besluitvorming over het datacentrum in Zeewolde.”

De bevlogen cultuurhistoricus, die bij projecten regelmatig films over haar projecten maakt, heeft gelukkig nog wel vertrouwen: “Mijn insteek is altijd om ontwikkelingen niet op slot te zetten, maar om ruimte voor verandering zichtbaar te maken. Dat kan vanuit herinneringen, vanuit de geschiedenis, vanuit een lange lijn van toen naar nu. Als gebouwen of gebieden worden geladen met nieuwe betekenis, kunnen zij er sociaal, cultureel en economisch weer lang tegenaan. Als de kaders helder zijn, kan de speelruimte verrassend groot zijn.”

Tekst: Maaike Staffhorst
Foto: Kees Hummel