Te klein voor een tafellaken, te groot voor een servet. En daarmee dus net niet. Die gedachte komt op bij het lezen van ABRvS 18 december 2024, ECLI:NL:RVS:2024:5268. De Afdeling oordeelde dat een concurrent dicht genoeg bij het plangebied is gevestigd om de economische concurrentiegevolgen van een bestemmingsplan te ondervinden (dat maakt haar belanghebbende) maar tegelijkertijd te ver van het plangebied af zit om daar ook de ruimtelijke gevolgen van te ondervinden. Dat laatste maakt dat zij niet met succes een beroep kan doen op ruimtelijke normen. Het betoog van de concurrentbelanghebbende dat plan financieel niet uitvoerbaar is, strandt dan ook op het relativiteitsvereiste.

Lees hier de noot die Jaap Wieland bij deze uitspraak schreef: AB 2025/146.