Wie: Erik Berkelmans, directeur van adviesbureau Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling
“Kleiner, dichter op elkaar en samen delen is het nieuwe wonen”
Nederland was lange tijd wereldwijd toonaangevend in ruimtelijke ontwikkeling en stedenbouw. Maar helaas heeft het de afgelopen tien jaar ontbroken aan een visie op dit gebied, mede doordat het Rijk steeds meer aan provincies en gemeenten overliet. Erik Berkelmans hoopt dan ook, nu er weer een Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is, dat de overheid de regie herneemt en keuzes durft te gaan maken.
“Weet je hoeveel woonruimte de gemiddelde Duitser tot zijn beschikking heeft?” De directeur van adviesbureau Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling is even stil en geeft dan zelf het antwoord: “43 m2. Tegenover gemiddeld 65 m2 in Nederland. Dat is toch een behoorlijk verschil en het geeft aan dat we onze beschikbare woonruimte efficiënter moeten inzetten en daarbij moeten accepteren dat we best kleiner en dichter op elkaar kunnen wonen. Wat mij betreft gaat de focus van woningbouw de komende tijd naar de verstedelijkte gebieden, waar je naast nieuwbouw ook bestaande wijken met een lage kwaliteit naar een hoger niveau brengt: denk aan na-oorlogse wijken met relatief kleine huizen die je zou kunnen verbeteren, waarbij je dan ook de duurzaamheidsdoelstellingen meeneemt.”
“Dit vraagt overigens wel om een overheid met visie en durf”, benadrukt Berkelmans, “om te voorkomen dat we in dezelfde val lopen als in de jaren tachtig, toen er te veel concessies werden gedaan aan de bouw- en ontwerpkwaliteit. Mede veroorzaakt door een periode van inflatie en stijging van de rente waardoor de druk op de financiële haalbaarheid van nieuwe ontwikkelingen hoog werd. Mogelijk gaat er nu weer z’n periode ontstaan, laten we zorgen voor goede kwaliteit.”
En dan is er nog een ander aandachtspunt: het realiseren van een zelfde type woningen kan een homogene woningvoorraad tot gevolg hebben. Berkelmans: “Daar wil je voor waken omdat het belangrijk is dat er voldoende menging is wat betreft generaties, inkomens en sociale mogelijkheden.”
Wooncarrière in eigen omgeving
“En hoe mooi is het als je je hele wooncarrière in je eigen omgeving kunt meemaken?”, vervolgt de expert. “Dat er voor elke fase in je leven een woonvorm in de buurt is. Mijn visie op wonen bestaat dan ook uit het inrichten van gebieden waar je je leven lang kan wonen, werken en recreëren. Daarbij moet rekening worden gehouden met de wensen van groepen mensen die in de toekomst op een andere manier naar bezit en gebruik van goederen kijken.”
Een mooie aanvulling op kleiner en dichter bij elkaar wonen vindt Berkelmans het ‘Friends concept’ dat in de markt is gezet door gebiedsontwikkelaar AM. “Dit ‘vriendschappelijk samenwonen’ met iemand die niet je partner is maar waarmee je naast een eigen kamer gemeenschappelijke ruimten deelt, was in eerste instantie bedoeld voor jongeren en starters op de woningmarkt. Voor senioren zijn er inmiddels ook specifieke initiatieven waarbij op een goede wijze invulling kan worden gegeven aan de doelstelling om zolang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. ”
Tot slot brengt Erik Berkelmans graag nóg een belangrijke actuele doelstelling in, namelijk dat we ervoor moeten zorgen dat mensen die in de stad werken er óók kunnen wonen. “Dat is ook goed voor de sociale cohesie in de stad. Sociaal gemengde wijken zijn sterke wijken. Daar mag meer sturing op zijn. De rijksoverheid zou op genoemde punten een visie en beleid moeten ontwikkelen. Laten we hopen dat minister De Jonge dit kan aanjagen.”
Tekst: Maaike Staffhorst
Foto: Perla Michiels